wit kweek

Toelichting wit kweek

De vererving van de witte mutatie is autosomaal en recessief en of dominant. Duidelijk is dat erg veel witte rijstvogels in het bezit zijn van de bontmutatie (een plaatselijke verhindering van de melanine ). Deze bontfactor is bij een witte rijstvogel niet te zien. (Een witte vogel kan niet witter dan wit zijn). Bij de paring van dergelijke witte aan grijze- of bonte rijstvogels speelt deze bontfactor mee. Naast de melanine verhinderende bontfactor, bezitten veel witte rijstvogels ook nog een bont-factor, welke als een plaatselijke onvolledig werkende witfactor is te benoemen. Deze witte rijstvogels vallen onder meer op door niet hebben van grijze, zwarte of bruine vleugelpennen. Tenslotte is de witfactor ook onderhevig aan een hormoonwerking. Veel witte rijstvogels worden geboren met een rest pigmentatie in het rug dek (een grijze driehoek) . Deze pigmentatie verdwijnt bij het ouder worden. Bij herhaalde paring van wit aan wit zal deze rest pigmentatie in het rugdek, in het nest steeds minder worden en in een aantal gevallen zelfs verdwijnen. Nadelig van deze doorgevoerde wit maal wit kweek is het kleiner worden van de witte rijstvogel en de minder dichte (dunne) bevedering van deze vogels. Omdat de witten zowel met dominanten als recessieve zijn vermengd is het niet altijd met zekerheid te zeggen met welke kleurslag je van doen hebt.

De witte rijstvogel kweken heeft als combinatie de voorkeur een bonte te gebruiken m.n. een met minimaal zwart bont in het veren kleed dit i.p.v. een wildkleur of anderen kleurslag. Bij de kruising Wit x Wit moet dit afgeraden worden om mee te kweken, de reden is dat de vogels zwakker maar ook kleiner van stuk zullen worden. Op formaat worden veel vogels weg geschreven op de TT . Een ander bijkomstigheid is dat de bevedering dunner wordt. En er kan een lethaalactor intreden ( mogelijk dat alle eieren of een gedeelte niet uitkomen ) Wit ino kan ook uit de bruinserie ontstaan omdat deze vogels een rode oogkleur hebben maar deze combinaties is niet aan te raden omdat er dan een wat minder wit verenkleed ontstaat.

De beste combinatie blijft dan . Een van de partners wit en de anderen zoveel mogelijk wit met iets zwarte bont in het verenkleed maar wel op letten dat de veren niet te kort worden ofwel te intensief. Dit kun je prima controleren door de buikveren wat uit elkaar te blazen. Is er veel vlees zichtbaar heb je te maken met een vol intensieve vogel.

In deze kweek kan ook de ino factor ingepast worden.

Voorkeur voor de Wit kweek

Door dat de kwekers de autosomaal recessief en de dominant factor door elkaar zijn gaan kweken weet men niet meer of de een of de ander een van deze factoren bezit. Of zelfs beide factoren heeft te vereven.

Vandaar dat hier de uitkomsten niet juist kan worden weergegeven. Ik verwijs U dan naar de autosomaal recessief vererving om deze theorie in je op te nemen en als voorbeeld wel de dominanten vererving uit te leggen.